Het Ötztal scheidt het Stubaital van de Ötztaler Alpen en ontsluit een afwisselend wandelgebied. De paden leiden langs grote watervallen, idyllische bergmeren, talrijke hutten en door dichte bossen.
Helemaal in het zuiden ligt het dorp Vent in het natuurpark Ötztal - een goed startpunt voor wandelingen naar diverse hutten, bijvoorbeeld naar de Martin-Busch-Hütte of Similaunhütte, waarbij een goede fysieke conditie en wandelervaring wenselijk is. Een majestueus bergpanorama strekt zich uit in het gletsjergebied van de Ötztaler Alpen op de grens met Zuid-Tirol. Gezinnen die van wandelen houden, kunnen een tocht maken naar de 2.670 meter hoge top van de Hohe Mut, die van Obergurgl dwars door het beschermde stenen dennenbos de bergen in loopt. Een wandeling naar de Piburger See boven Oetz of naar de Stuibenfall in Niederthai met een hoogteverschil van 159 meter is minder zwaar. Ook in de zomer is Sölden een bezoek waard, bijvoorbeeld voor een wandeling naar de Gampe Thaya. De langeafstandswandelroute Ötztal Trek, die het dal volledig omcirkelt, wordt beschouwd als de hoogste discipline van de regio.
