Blog
Categoriën
© Tirol Werbung / Rodler Ilvy
Eten & drinken
© Bert Heinzelmeier
Mensen
© Tirol Werbung / Aichner Bernhard
Cultuur
© Tirol Werbung / Moore Casey
Attracties
© Tirol Werbung / Herbig Hans
Familie
© Tirol Werbung / Schwarz Jens
Andere
© Tirol Werbung / Neusser Peter
Sport

Kinderen moeten kunnen spelen!

Bijgewerkt op 12.09.2022 in Mensen, Foto's: Ramon Haindl

"Hoe" smaakt eigenlijk een meikever? Geraak ik tot op die grote berg, helemaal alleen? Wat gebeurt er als ik een schrikdraad aanraak? Vooral in de bergen wachten grote en kleine avonturen op onze kinderen en jongeren. Vijf Tirolers vertellen over bijzondere momenten in hun jeugd, die ze nooit meer zullen vergeten.

MONIKA NEUNER, KRUIDENKUNDIGE AUS LEUTASCH

MONIKA NEUNER Als meisje at ze planten uit de weide; vandaag de dag biedt ze kruidenwandelingen aan in Leutasch.
MONIKA NEUNER Als meisje at ze planten uit de weide; vandaag de dag biedt ze kruidenwandelingen aan in Leutasch.

Je moest de kop van de kever afbijten, hem snel uitspugen en dan zuigen.

Toen ik een kind was, maakten we in de herfst onze eigen zuurkool. Dat was onze groente voor de winter. De sneeuw bedekte de weiden van ons dorp en tegen het einde van de winter verheugden we ons weer naar een beetje groen op ons bord en in onze bossen. Toen in het voorjaar de eerste weilanden begonnen te bloeien, haastten we ons na schooltijd naar de groene weiden en aten gras direct uit de wei. Vanop afstand moeten we eruit hebben gezien als schapen in kleren. Maar we wisten wat we daar zoal aten. We hebben veel lekkernijen gevonden, van morgenster tot zuring. Alleen de toeristen konden de aanblik van grazende kinderen niet begrijpen. Ze gaven ons geld zodat we iets te eten konden kopen. Dat was even een leuk bijeffect! Vanaf nu wisten we waar we moesten grazen om te knabbelen aan heerlijke bergkruiden - en wat extra geld te verdienen. Tijdens het spelen op de weiden in de zomer stonden we versteld van de enorme meikevers in het gras. Soms vlogen ze recht op ons af, alsof ze blind waren. “Wie durft er een meikever uit te zuigen?” riepen we. Wat een uitdaging?! Iedereen die het niet durfde, was een lafaard. Je moest de kop van de kever afbijten, hem snel uitspugen en dan zuigen. Iedereen die ooit een meikever uitzoog, weet dat meikevers zo zoet zijn als snoep, omdat ze zich voeden met de bladeren van de fruitbomen.

HANS „BANTL“ NEUNER,  WANDELGIDS UIT LEUTASCH

HANS NEUNER Uit wilgentakken kun je muziekinstrumenten en sporttuig maken, herinnert zich de Leutascher.
HANS NEUNER Uit wilgentakken kun je muziekinstrumenten en sporttuig maken, herinnert zich de Leutascher.

Eigenlijk hadden we namelijk nooit angst tijdens onze boottochten in de bergen.

Wij, jongens van het Tiroolse platteland, bedachten steeds weer nieuwe spelletjes om het tegen elkaar op te nemen of om de aandacht van de meisjes te krijgen. De wilg was daarbij een vaste kompaan. Uit wilgentakken bouwden we pijl en boog en probeerden elkaar te overtreffen bij het boogschieten. Maar je kunt ook muziek maken met de wilg. Klop je zolang op de wilgentakken tot alleen nog de schors over is en de tak dus hol is, en bind je meerdere takjes vervolgens samen met een touw, dan heb je een “meifluit”. Een instrument uit de natuur waaruit prachtige melodieën komen, waarmee we de meisjes uit het dorp probeerden te “betoveren”. Eenmaal per jaar had je de mogelijkheid om met het “juiste” meisje te dansen tijdens de bosfestivals – ten minste als je lef genoeg had. Dan speelde een fanfare en wij, jongens, dansten de Schuhplattler op het podium. Kort na het eerste optreden, kon je dan iemand uitkiezen met wie je het Schuhplatteln wou gaan oefenen. Dat waren magische momenten: er werd gegiecheld, er hing opwinding in de lucht en ook een soort lichtzinnigheid. Ook tijdens de lente, toen het smeltwater uit de bergen meren van wel drie meter diep begon te vormen in de vallei, was het aan de tijd elkaar een beetje uit te dagen. Hoewel niemand van ons kon zwemmen, wilden we op deze ijskoude meren zeilen. We bouwden vlotten uit oude staldeuren en varkenstroggen. Op het water ging het er dan steeds weer om, wanneer het juiste tijdstip was, om van het vlot te springen. Onze “boten” waren natuurlijk gedeeltelijk waterdicht. Zijn handen stevig om een ​​houten lepel geklemd, die als een peddel fungeerde, riep mijn vriend me met een ondeugende grijns toe: 'Pas op dat je niet verdrinkt, Hansi!' Zo een pret. Eigenlijk hadden we namelijk nooit angst tijdens onze boottochten in de bergen.

ALOIS BERGER,  PENSIONIST UIT PRÄGRATEN

ALOIS BERGER Als 6-jarige besloot hij de Großvenediger te beklimmen. „Helikopterouders“ bestonden toen nog niet. 
ALOIS BERGER Als 6-jarige besloot hij de Großvenediger te beklimmen. „Helikopterouders“ bestonden toen nog niet. 

Ik wil naar de Großvenediger om de hele wereld te zien.

Als kind ging ik veel met mijn vader de bergen in, op zoek naar edelstenen. De school wilde de stenen als lesmateriaal gebruiken, omdat hun collectie tijdens de oorlog was vernietigd. We verkochten de stenen ook aan toeristen en mineraalmusea over ter wereld. Het was zowel een soort schattenjacht, als ook extra geld in het laadje voor mijn familie. Onze zoektocht naar hoornblende, actinoliet, serpentiniet en kristallen duurde heel lang. We kropen in nauwe grotten, lieten ons aan touwen naar beneden zakken en aten de broodjes, die onze moeder voor ons had ingepakt. Maar als we een plek hadden gevonden, waar veel te rapen was, dan pauzeerden we natuurlijk niet. We waren immers niet de enigen, die op zoek waren naar bijzondere mineralen in onze bergen. Toen ik zes jaar oud was, zeiden mensen in ons dorp, dat er heksen en boze geesten in onze bergen leefden. Ons dorp lag aan de voet van de Großvenediger. Ik geloofde, dat je vanop de top van de Großvenediger de hele wereld kon zien. Op een ochtend, bij dage raad, mijn ouders waren al aan het werk op het veld, besloot ik de Großvenediger te beklimmen. Zonder eten en in korte broek wilde ik alleen die 3.657 meter klimmen. Vastberaden begon ik aan het avontuur van mijn leven. Bij het Defreggerhaus, de laatste hut voor de eigenlijke beklimming, ontmoette ik een groep berggidsen die me verbaasd aankeken. 'Ik wil naar de Großvenediger om de hele wereld te zien,' zei ik. Ze lachten en waren tegelijkertijd ook zeer onder de indruk. Ze namen me mee op sleeptouw en gaven me een muts en handschoenen. Ik kon mijn geluk niet op! Hoewel het een warme, zonnige augustusdag was, worstelden we op grote hoogte met temperaturen van wel minus 20 graden. Ik voelde hoe mijn gezicht en haren bevroren. Op de top vergat ik de koude even. Ik had me de wereld ietsje groter voorgesteld. Helemaal bevroren, besloot ik later berggids te worden. Ik had de Venediger nog 4000 keer meer beklommen. Zo koud als tijdens de eerste beklimming was het echter nooit meer.

MARIA GAPP, BOERIN UIT REITH BEI SEEFELD

MARIA GAPP Ze leefde haar leven lang op boerderijen. Spel en werk waren één tijdens haar kindertijd. Ze houdt zielsveel van alle karweien op de boerderij. 
MARIA GAPP Ze leefde haar leven lang op boerderijen. Spel en werk waren één tijdens haar kindertijd. Ze houdt zielsveel van alle karweien op de boerderij. 

Soms was het ook wel eens gevaarlijk, vooral als het steil bergafwaarts ging of als het in de herfst heel erg nat was en de boomstammen snel richting het dal gleden.

Wij, kinderen, hadden allemaal zo onze klusjes op de boerderij. Ik vond het leuk om mijn taken uit te voeren; zo niet had mijn vader alles alleen moeten doen. Het liefst maaide ik voor zonsopgang de weilanden voor ik naar school ging. ’s Morgens verliet ik dan nog toen het donker was ons huis, wachtte op de zonsopgang en begon dan te maaien. In de herfst waren we vaker in het bos. Mijn vader hakte bomen op bijna 2000 meter hoogte. Destijds waren er nog geen boswegen; we moesten daarom ons hout over een zelfgemaakt weggetje vervoeren. Onze taak was het dan om boomstammen van ongeveer twee meter lang zo snel mogelijk in de vallei te krijgen. Voor ons, kinderen, was dat een wedstrijd. Welke boom was als het eerste in het dal? In totaal moesten we vaak een afstand van bijna een kilometer afleggen. We probeerden de stammen van de anderen in te halen en juichten luid toen dat lukte. Soms was het ook wel eens gevaarlijk, vooral als het steil bergafwaarts ging of als het in de herfst heel erg nat was en de boomstammen snel richting het dal gleden. Ik heb erg genoten van deze spannende tijden. Het bos gaf ons warmte voor de winter.

HUBERT KIRCHMAIR, VOERMAN UIT SCHWAZ

HUBERT KIRCHMAIR Toen hij 5 jaar oud was, hielp hij mee op de alpenweiden. Vandaag de dag transporteert hij met paardenkracht hout uit het bos. De meest memorabele herinnering uit zijn kindertijd? De schrikdraad.
HUBERT KIRCHMAIR Toen hij 5 jaar oud was, hielp hij mee op de alpenweiden. Vandaag de dag transporteert hij met paardenkracht hout uit het bos. De meest memorabele herinnering uit zijn kindertijd? De schrikdraad.

Ik kreeg een geweldige stroomstoot en mijn vader en oom lachten buikschuddend.

Op 2.000 meter hoogte hadden we weiland voor onze koeien. Tijdens de zomermaanden waren de dieren er bijna twee weken non-stop en moesten ze natuurlijk worden gemolken en verzorgd. Daarom verhuisde ik met mijn oom naar de alpenweiden toen ik vijf was. Elke ochtend om vier uur gingen we naar de weilanden. Rond zes uur kwamen we bij de dieren aan en mijn oom begon ze te melken. Ik moest opletten, dat de koeien kalm bleven en niet afdwaalden. Ik leerde al snel dat elke koe een eigen karakter heeft. Sommige zijn rebels, andere kalm en tevreden. Ik was zes jaar oud toen we de eerste elektrische afrastering installeerden. Dat moet in de jaren zeventig zijn geweest. Tot dan toe hadden wij, herders, ervoor gezorgd dat het vee op de weilanden bleef en dat er orde was in de kudde. Mijn broers en zussen en ik hielpen mijn vader en oom bij het installeren van de schrikdraad. En toen klonk het commando “AAN”. Alle ogen waren op mijn vader gericht. Hij bewoog zijn hand naar het schrikdraad. Hij raakte ze aan maar vertoonde geen reactie. Hij keek naar mijn oom. Ze reageerden beiden niet. Verbaasd pakte ook ik de schrikdraad stevig vast. Ik kreeg een geweldige stroomstoot en mijn vader en oom lachten buikschuddend.

Anna ontwerpt met haar bedrijf “Molle&Korn” onze Tirol-campagnes. Dankzij haar werk beleefde ze al vele avonturen in Tirol, at heel wat knoedels/dumplings en ontmoette vele inspirerende lokale bewoners in Tirol. Sinds kort droomt ze ervan de Großvenediger in Oost-Tirol te beklimmen.

Geen reacties beschikbaar
Schrijf een reactie

Verder blijven lezen

Omhoog

Is uw mailbox ook aan vakantie toe?

Abonneer u dan hier op onze newsletter met exclusieve vakantietips uit Tirol.