Wandelen voor fijnproevers
Van het ene legendarisch restaurant naar het andere: tijdens een rondwandeling rond Innsbruck gaat het niet zo zeer om de wandeling zelf maar eerder om de lekkernijen die je op je weg voorgeschoteld krijgt. En je kunt natuurlijk ook overnachten in de gezellige berghutten.
Eindelijk zijn we aangekomen bij de Enzianhütte, die hoog boven Innsbruck uittorent op de Nordkette, de alombekende bergketen in Innsbruck. Ik ben paf - wat een uitzicht hier! En wat ruikt het hier lekker! Het water loopt in mijn mond. Zure grijze kaas! Vergezeld van uien, azijn en olie torent de kaas op een berg van sla. Daarnaast staat een biertje. De rauwe uienringen doen mijn ogen tranen - of is het de voorpret? De zachte septemberzon aan de blauwe hemel schijnt in mijn ogen, ik strek me en voel me helemaal gelukkig, neem een slokje bier en tuur over het dal: daar beneden ligt Innsbruck, als een tapijtje dat glinstert in het warme licht. Kun je het Gouden Dak vanaf hier zien? Moeilijk te zeggen; het melkachtige licht maakt de contouren vaag.
Ik ben in het paradijs. De avond ervoor reed ik nog met mijn wandelmaatje Kathrin en met mijn dikste trui aan door het druilerige weer naar het treinstation van Hamburg. We staken de Elbe over in de slaapcoupé van de nachttrein en vielen al snel in slaap dankzij het geschommel van de trein. Dertien uur later, bij stralende zonneschijn, stapten we uit bij het treinstation van Innsbruck: Bergen! Blauwe hemel! We hadden er zoveel zin in, dat we meteen begonnen aan onze 3-daagse wandeling langs de Nordkette. Innsbruck verliezen we daarbij niet uit het oog. Het zou geen sportieve bergtocht of klimavontuur worden, maar eerder een alpine wandeling in de frisse berglucht en op enkele meters hoogte. Grote etensvoorraden hadden we niet op zak. We wilden vooral in berghutten de lekkere Tiroolse keuken genieten.
Onze bergwandeltocht begint met een lekkere maaltijd in Innsbruck.
Bloemen als voorgerecht
We vertrekken bij het treinstation en wandelen door het prachtige centrum van Innsbruck: eerst langs het Gouden Dak, verder door de Hofgarten, waar we de bloeiende bloemenpracht honderduit fotograferen: paarse zonnehoed, oranje strelitzia's en lavendelkleurige hortensia's schitteren in de felle zon. We wandelen door Saggen, de chique buitenwijk van Innsbruck met zijn elegante villa's, verder gaat het over een brug - en dan zijn we plots in Mühlau, op de hellingen van de Nordkette. Vroeger was het hier een drukte van jewelste. De Mühlauer Bach was de drijvende kracht voor verschillende graanmolens. Tegenwoordig straalt Mühlau de hemelse rust uit van een dorps zomerresort. Vanaf nu gaat het bergop. We volgen de Klammbach. De beek is eerst erg rustig, maar wordt dan steeds wilder. Maar ook steeds betoverender. Soms gorgelt de beek, soms raast het in kleine watervallen over gladde rotsen en spuit fijne druppeltjes. We wandelen langs smalle paden en over houten bruggen langs de Hexenkuchl, een legendarische rots - een verzamelplaats voor heksen – zegt men. We pauzeren bij het uitzichtpunt, de "Teufelskanzel". Ik ben gefascineerd door een kleine regenboog die je kunt zien in de waternevel. Overal vliegen libellen. We trekken verder. De weg voert hogerop en door het bos. Als het te steil wordt, nemen we een pauze, ademen de geur van het bos in, dat heerlijk ruikt naar mos, dennenbomen en de zonovergoten zomer die op zijn laatste benen loopt. Alles is zo bijzonder hier!
Aan het begin van de wandeling wordt er veel gewandeld door het bos.
We krijgen honger. Ik hou van het eten in Tirol: Schlutzkrapfen! Aardappelen in alle vormen! En vooral Kaspressknödel, goed gebakken in boter, gemaakt van oud brood en grijze kaas. Ik hou zo veel van kaasknödels, dat ik ze thuis ook maak. Hoewel het zo goed als onmogelijk is om Tiroolse grijze kaas te krijgen in Hamburg. 'Ja, dat is precies het probleem,' zei mijn kaasverkoper meelevend, 'ik vind het zo lekker, maar ik kan die kaas nergens kopen. Daarom neem ik altijd een voorraadje mee voor mijn gezin als we op vakantie zijn in Oostenrijk!"
En hier dus, in de Enzianhütte, ligt deze kaas nu, die zo ongelofelijk goed smaakt - pittig, subtiel zuur, mild, maar met een aangenaam lichte kruidigheid, bijna elegant - in luxueuze weelde voor me.
Buikje rond en gelukkig
We zouden voor altijd op het terras van de berghut kunnen zitten, maar we moeten verder wandelen als we het dorpje Thaur voor het donker wordt, willen bereiken. Het gaat nu naar beneden door de bossen. Wat een eenzaamheid hier! Plots glinstert iets tussen de bomen. In het struikgewas staat een soort troon, een plastic stoel, verstrengeld met twijgen, afgedankte VHS-banden en veren bewegen als dromenvangers in het zachte briesje. Het lijkt wel op een totem, alsof hier een vriendelijke heks aan het werk was. Er komt een vrouw tevoorschijn. Haar naam is Karin Ferrari, ze komt uit Tirol en is een artiest. "The New Holy" is de naam van haar installatiereeks, die gaat over neo-sjamanisme, techpunk en consumentencultuur. De grappige tentoonstellingen van Ferrari zijn verborgen in het bos rond Thaur en Rum en kunnen alleen worden gevonden met behulp van GPS-gegevens. We kwamen ze toevallig tegen. Ferrari positioneert schrijnen in de bomen, maar heeft daaruit de heilige elementen verwijderd en er bijvoorbeeld een Adidas-logo in geplaatst. Wereldse symbolen, omlijst door iets heiligs zeg maar - perfect voor onze herbergbedevaart.
Karin Ferrari is een Tiroolse kunstenaar. "The New Holy" is de naam van haar installatieserie.
We wandelen verder langs de bosrand, we dalen af, kille lucht daalt neer over de velden en de zon gaat langzaam onder achter de toppen van de Nordkette. We bereiken Thaur, eten rundsgoulash in de knusse Stangl-herberg en zakken gelukkig en moe weg in ons hemelbed.
Kort voor het inslapen in ons hemelbed.
Thaur is altijd een bezoekje waard.
Op weg naar de derde gang!
De volgende ochtend wandelen we vanaf de parochiekerk in Thaur een steile kruisweg met bogen en grotten op naar de kleine Romedikirchl. Iets verderop zien we de ruïnes van het kasteel van Thaur, die als een zonovergoten beeldhouwwerk tegen de blauwe hemel optorenen. Erg mooi. Evenals het uitzicht vanaf het terras van de Romediwirt, dat zich op een steenworp afstand van de ruïnes bevindt. "Spiritualiteit, geschiedenis en keuken liggen zelden zo dicht bij elkaar als op dit fantastische uitkijkpunt", zegt onze reisgids. En nadat we onze portie spiritualiteit hebben gehad is het nu tijd voor het culinaire.
De kruisweg richting Romedikirche.
De Romediwirt is een zeer moderne berghut met veel hout en licht, smaakvol ingericht en gezellig. Omdat we graag alle Tiroolse specialiteiten willen proberen, hebben we een soort Tiroolse tapas samengesteld met voorgerechten en gerechten die we kunnen delen. Grijze Graukassuppe, romig, zuur, pittig, zacht. Kaspressknödel! Knödels met spinazie, gebakken in bruine boter, die bijna smelten in je mond. Ze smaken hemels! Schlutzkrapfen, dumplings gemaakt van roggemeel met een aardappelvulling en vlokjes Parmezaanse kaas. En dan de Erdäpfelblattln: een soort knapperige goudbruine hartige koekjes gevuld met aardappelen en een portie lucht omdat ze worden gebakken in een goeie portie boter, op een stevige portie zuurkool met spek, laurierblaadjes en jeneverbes. Wat een feestje! En: wat een gigantische portie! Die avond lukt het ons niet eens om in het stadje Absam te dineren. In plaats daarvan delen we een portie Marillenknödels (dumplings met abrikozen) en drinken we zelfgemaakte schnaps in de Bogner-herberg, een glaasje Marillenschnaps (abrikoos) en een glaasje Birnenschnaps (peer). En dan lekker in bed.
Tapas op zijn Tirols.
Wie kan hier “neen” zeggen?!
Perfecte afscheid in het Gnadenwald
Op de laatste dag van onze wandeling bezichtigen we het schilderij van Moeder Maria in de basiliek van Absam waar zich omstreeks 1797 als bij toverslag Maria zou verschenen zijn in het raam van een boerderij in de buurt. Tot op de dag van vandaag heeft de wetenschap geen andere verklaring gevonden voor dit wonder als dat het hier dus werkelijk om een verschijning moet handelen. Deze gebeurtenis maakte Absam op één slag tot hét Mariabedevaartsoord in Tirol. Het is een vrij modern portret van een Maria. Het lijkt wel op een schets van Ernst Barlach. De wandeling, die we nu volgen, begint ook in Absam. Het regent een beetje. We lopen over onverharde wegen, door het bos en langs de beek, het landschap is prachtig. Omdat er vandaag geen grote heuvels op het programma staan, heeft het wandelen iets meditatiefs. Uiteindelijk bereiken we alweer een prachtig uitzicht: we kijken uit over Gnadenwald met zijn twee attracties: de kleine kerk van Saint Martin en het Hotel Speckbacher Hof met zijn herberg, waar we nog een laatste keer genieten van lekker Tirols eten: rosbief met uien – wat een perfecte afsluiter van deze wandeltocht in Tirol.
Het hoogtepunt van de wandeling is het Speckbacher Wirtshaus.
Met een taxi ben ik in amper 20 minuten terug in Innsbruck. Op het treinstation, voordat de trein naar Hamburg vertrekt, hup ik nog snel een winkeltje binnen en koop 1 kilo grijze kaas voor me. Voor in Hamburg, waar niemand kookt met zure grijze kaas en ik nergens Schlutzkrapfen op de menukaart vind.