Het origineel recept voor Tiroolse Kaiserschmarrn
Zelfgemaakt smaakt altijd lekkerder!
Moeilijkheidsgraad: gemiddeld
Bereidingstijd: 30 min
Aantal porties: 4 porties
Ingrediënten
- 3 EL bloem
- een snuifje zout
- 1 TL vanillesuiker
- een scheut melk
- 3 eieren
- een scheut rum
- boter
- rozijntjes
- 1 EL suiker
- 300 ml melk
Voor de topping:
- Zwetschgen-Röster (pruimencompote)
- poedersuiker
Ingrediënten voor een portie Kaiserschmarren.
Bereiding
Meng de bloem, vanillesuiker, melk en het snuifje zout tot een homogeen deeg. Voeg de 3 eieren toe en verfijn met het scheutje rum. Zet de pan op een matig vuur en smelt daarin een klontje (geklaarde) boter. Giet het deeg in de pan en strooi er de rozijnen overheen. Zet een deksel op de pan en bak de Kaiserschmarren op een laag vuur tot hij aan een kant goudbruin is. Keer hem om, doe het deksel er weer op en laat hem ook aan de andere kant bakken.
Trek de Kaiserschmarren met een vork in onregelmatige stukken, voeg nog een beetje boter toe en schep nog 5 minuutjes om. Verdeel over 4 borden en bestrooi rijkelijk met poedersuiker. Het lekkerst smaakt de Kaiserschmarren met veenbessenjam, appelmoes of ingekookte pruimencompote (Zwetschgenröster).
Bloem, vanillesuiker, melk, een snuifje zout en de eieren tot een homogeen deeg mengen.
Boter in de pan verwarmen. Giet het deeg in de pan en voeg de rozijnen toe.
Schmarren langs beide kanten goudbruin bakken.
De Kaiserschmarren in stukken "trekken" en met suiker bestrooien. Laat lichtjes karamelliseren.
De Kaiserschmarren met poedersuiker en pruimencompote (Zwetschgenröster) opdienen.
Geschiedenis van de Kaiserschmarren
Al eeuwenlang genieten inwoners van Tirol van hun heerlijke specialiteit Kaiserschmarren. Vroeger stond Kaiserschmarren bekend als een ‘gerecht voor de armen’. Zij hadden namelijk de ingrediënten binnen handbereik: melk, bloem en eieren. Het was vooral een ideaal gerecht voor herders die niet al te veel spullen mee konden nemen tijdens hun tocht naar de bergtoppen. Tegenwoordig is het een populair gerecht onder velen, vooral wintersporters smullen iedere winter van het zoete gerecht op de pistes. Over de oorsprong van de Kaiserschmarren is niet iedereen het eens, er zijn verschillende verhalen…
Het eerste verhaal is dat Keizer Franz Joseph I tijdens een van zijn jachttrips een verfijnde versie van het gerecht Holzfällerschmarren kreeg voorgeschoteld. In zijn eer werden er rozijnen, melk en eieren aan het gerecht toegevoegd en zo ontstond de alom bekende Kaiserschmarren.
Een andere legende is dat de chef-kok van de keizer te veel beslag in de pan had gegoten, waardoor de pannenkoek te dik was geworden en scheurde. De keizer stuurde het gerecht terug met de woorden: ‘Zo’n pannenkoek is de keizer niet waard!’ – althans zo beweert de legende.
Sommigen beweren dat het oorspronkelijk een ‘Kaiserschmarren’ was. Een kok uit Wenen zou het gerecht in 1854 voor het eerst bereid hebben voor keizerin Elisabeth (Sisi). Haar man keizer Franz Joseph I vond het gerecht lekkerder dan Elisabeth en zo heeft het de naam Kaiserschmarren gekregen.
Andere historici zeggen dat het gerecht afkomstig is van het woord Kaser, afgeleid van het woord Casa. Dit is een ander woord voor het Duitse Senner (boer). Na verloop van tijd is het Kaiserschmarren gaan heten en de originele oorsprong ligt in het zuiden van de Alpen.
Maar, hoe het gerecht ook ontstaan is, het is en blijft een heerlijke Tiroolse specialiteit.