best cool
Onze auteur is er tot nu toe redelijk goed in geslaagd de koude te vermijden. Tijdens de kille winterdagen is ze vaker binnenshuis. Maar ze weet ook, dat grote en kleine avonturen zich vooral buitenshuis afspelen. Kun je leren om te gaan met koude?
Ik kan me heel goed herinneren, dat ik `s winters vooral doorbracht in mijn kinderkamer. Daar was het steeds knus warm. Ik kan me er goed aan herinneren hoe lekker het zich aanvoelde, als mijn papa me `s avonds bij het naar bed gaan, goed instopte en het daarna lekker warm werd onder de deken. Het was altijd belangrijk voor hem dat ik het niet koud had. Omdat hij het als kind niet zo gezellig warm had als ik, omdat hij opgroeide in een oude boerderij waar ´s winter ijspegels op het raam stonden.
Onze auteur houdt van sneeuw – vanop haar vensterbank. Maar dat moet zich nu veranderen!
Dat ben dus ik. Een verwend meisje dat in de winter niet met koude tenen in slaap kan vallen. Als de thermometer onder het vriespunt zakt, ga ik alleen in noodgevallen nog naar buiten. Voor mij bestaat het motto "Er bestaat niet zoiets als slecht weer, alleen slechte kleding" niet. De paradox: ik ben gek op sneeuw en geniet er echt van op Instagram of vanaf mijn vensterbank. Als ik dan eindelijk naar buiten ga, in de zon en de temperatuur dus ver boven nul is, is van het prachtige winterwonderland alleen nog grijze, vieze bergen over.
Dat moet nu ophouden: ik wil ook van sneeuw en koude kunnen genieten. Daarvoor draai ik de temperatuurregelaar steeds verder omlaag. Tot ik bereid ben voor een nacht in de sneeuw en ijs. Of ook weer niet.
Dag 1: 10 uur buitenshuis? Moet dat echt?
Het is even na 8 uur `s morgens en het vriest 2 graden bij het middelstation van de Lienzer Bergbahnen. Rillend van de koud en ook wel angstig wacht ik op mijn gids, die me moet introduceren in het rijk van de kou. Het heeft me altijd verbaasd waarom mensen hun kostbare spaargeld uitgeven aan een liftkaart om ´s winters 10 uur lang de berg af te skiën.
Voor Gerhard Kofler is werken en leven in de sneeuw volkomen normaal. Hij is het soort mens dat niet in paniek geraakt als de walkietalkie op zijn borst plotseling piept. Hij is altijd kalm, heeft de situatie altijd onder controle. Al 36 winters lang werkt Gerhard in de bergen. Als liftbediende, monteur en ook als "Feel Good Manager" is er altijd wel een klusje dat op hem wacht. Als iemand weet hoe je in het dagelijks leven met de koude kunt omgaan, dan is hij het wel.
Gerhard Kofler op weg naar de sleeplift: als liftbediende en technieker weet hij heel goed hoe je met de koude kunt omgaan.
Gerhard heeft zijn ski's al vastgeklikt en staat klaar om de piste te inspecteren. Om 9 uur moet alles klaar zijn voor de wintersporters. Ik doe ook mijn ski's aan en we skiën naar een nabijgelegen sleeplift. Gerhard skiet vlot en zonder stokken om altijd en overal zijn handen vrij te hebben - je weet maar nooit. Ik ben blij dat alles vandaag wel lijkt aangepast te zijn voor beginners: blauwe pistes, milde temperaturen, weinig wind. Gerhard kan zich de winter van 2019 nog zeer goed herinneren met zijn hevige sneeuwval, storm en mist. In totaal viel er 5.70 meter sneeuw. “Het was één van de zwaarste winters allertijden. We hebben gewoon de hele dag sneeuw geschept”, zegt hij. Maar de sneeuw is niet zo gevaarlijk, het zijn meer de heldere nachten in combinatie met de koude wind, waardoor makkelijk vriestemperaturen van min 25 graden bereikt worden.
Als je aan Gerhard vraagt hoe hij zulke temperaturen uithoudt, dan trekt hij de schouders op en mompelt: "Vele laagjes aantrekken". Niets nieuws. Overigens wordt Ötzi, ja, de gemummificeerde wandelaar die zo'n 5.300 jaar geleden in de Ötztaler Alpen woonde, beschouwd als de uitvinder van de isolatietechnologie. Onderzoekers konden vaststellen dat hij al meerdere lagen kleding over elkaar droeg: over de leren lendendoek en bontjas kwam een soort regenjas van gras. Hielp hem ook niet, denk ik, tegen het bevriezen. Maar het principe van laagjes leeft tot op de dag van vandaag. Weliswaar trekken we vandaag vooral fleece en softshell aan in plaats van gras en bont. Wat belangrijk is, krijg ik ook te horen, is dat de laagjes mooi en loszittend zijn, zodat er lucht tussen kan circuleren om de warmte vast te houden.
Een paar tips voor een grote portie buitenlucht: jouw kledingstukken moeten losjes over elkaar zitten. En wollen sokken.
"De wind maakt het verschil en daardoor voelt het nog killer aan", zegt Gerhard. De luchtvochtigheid mag ook niet worden onderschat. "Min 15 graden bij droge lucht is niet zo erg als min 5 graden bij vochtige lucht."
De sleeplift Lackenboden brengt je naar 2.075 meter boven de zeespiegel: de wind waait heftig. Ik zet mijn kraag rechtop en wens dat dat wat ik aan kledij aangetrokken heb deze morgen plots nog langer en dikker wordt. Gerhard ziet er ontspannen uit, alsof hij de kou niet eens merkt: wat is toch zijn geheim? "Ik draag altijd wollen sokken, die mijn oma zelf heeft gebreid." Want als je voeten warm zijn, is je hele lichaam dat ook. Om de bloedsomloop te stimuleren, helpt het ook om af en toe met je tenen te bewegen.
Van binnenuit opwarmen helpt niet. "Vroeger was het gebruikelijk dat wintersporters een flesje met Schnaps op zak hadden. Voor ons is dat een absolute no-go.” Niet alleen omdat alcohol op het werk verboden is, maar ook omdat het de poriën opent, waardoor de koude nog makkelijker jouw lichaam binnendringt.
"Het draait allemaal om de details.” In de hoed van Gerhard is een vilten strook genaaid, die zijn hoofd als isolatietape tegen de kou beschermt. Zoiets heb ik ook nodig! Als ik na deze lange, koude dag op de bank zit, val ik bijna onmiddellijk in slaap. In de koude zijn, verlangt veel energie van ins lichaam. En ik besef ook: warm aankleden is maar tot op zekere hoogte voldoende. Ik moet iets aan mijn attitude tegenover koude veranderen. Ook al voelt het zich ongemakkelijk aan: ik moet uit mijn comfortzone.
Dag 2: IJstijd
´s Morgens om 6 uur is het min 7 graden bij de Tristachsee. Ik wrijf in mijn ogen en denk dat ik droom: "Josef, dat meen je toch niet, wat ben je aan het doen?" Josef Köberl staat naast me, totaal ontspannen, halfnaakt en in korte broek. 'Ik wil het niet te warm hebben, als we gaan zwemmen.'
Op weg naar proef #2, die oneindig veel moeilijker zal zijn dan alles wat onze auteur tot nu toe doorstaan heeft.
IJsbaden is een trend voor een opkikkertje moet zorgen. Het lijkt wel de must-do van vele Instagram-influencers, die het ijszwemmen vaak combineren met romantiek en kaarsenlicht. En dan is er Josef. In Oostenrijk is hij recordhouder omdat hij het ruim 2,5 uur in een met ijsblokjes gevulde badkuip uithield. Hij zwemt regelmatig in het meer van de Hintertuxer gletsjer en begeleidde al meer dan 3.600 mensen in het ijswater. Precies mijn mannetje dus!
Het is nog donker als we naar het boothuis strompelen. Dit is de enige plek aan de Tristachsee op een hoogte van 800 meter die niet bedekt is met dik ijs. Josef breekt het dunne laagje ijs open met een metalen ladder. Geen weg terug.
Alles wordt voorbereid: de ijsbeer Josef Köberl breekt met zijn ladder het dunne ijslaagje op de Tristachsee open.
Josef groeide op, op een bergboerderij in Stiermarken en is gewend aan koude temperaturen. In 2011 nam hij deel aan een zwemmarathon in de Hallstätter See in het Salzkammergut. Sindsdien is water zijn element – in 2015 zwom hij het Engelse Kanaal over in 14 uur. Een paar meter van het gat spreiden we onze handdoeken uit. Josef in zwembroek staat binnen no-time in het 1,5 graad koude water. Ik volg langzaam. Mijn masterplan: snel erin, een beetje zwemmen en er dan snel weer uit. Jozef bevalt mijn plan niet. "Echt slecht voor jouw organisme."
In tegenstelling tot ik, weet Josef precies hoe zijn lichaam reageert op het ijswater. Het is belangrijk om de pijn te accepteren. De huid moet zich aanpassen aan de koude watertemperatuur. Daarom is het belangrijk om altijd diep in de buik te ademen. Die signaleert dan de hersenen, dat er geen gevaar bestaat. Doe je het anders, dan verstijft je lichaam van de schok en zink je - zoals vaak dus het geval is wanneer mensen door het ijs vallen. Tot zover de theorie.
Josef Köberl na zijn ijsbad: De veteraan kleedt zich niet meteen weer aan. Hij rilt zich warm.
Tot aan mijn enkels sta ik in het water. "En hoe voel je je?" Josefs stem is heel rustig en op de een of andere manier, warm. Ik knik onzeker. Mijn dijen doen pijn. Geen stekende pijn, meer eerder een druk die mijn benen omsluit. Paniek, ik probeer rustig te ademen. Josef merkt dat ik me niet lekker voel en stuurt me er weer uit. Mijn coach doet het denkwerk voor mij. "Gaat het?" Zijn stem is als een warme deken waar ik mezelf wil inwikkelen. Mijn enkels, mijn knieën, mijn buik - ik ga steeds dieper en dieper. "Blijf rustig, er zal je niets gebeuren." Oké, Josef. Ik adem diep in mijn buik, en nog eens en nog eens. Ik laat me leiden door mijn ademhaling, al de rest probeer ik te vergeten en ja hoor, ik zwem een kort stukje. Meer moet het niet zijn en ik grijp de ladder vast. Ik vries aan de ladder vast, alles doet pijn. Ik wilde de koude omarmen, en wat doet die kilte? Het maakt me kapot. Het duurt zeker 5 minuten en dan sta ik weer op mijn handdoek en vergeet me bijna aan te kleden. Het opwarmproces begint en het daarmee gepaarde rillen. Me aankleden blijkt moeilijk te te zijn, uiteindelijk helpt me Josef met mijn schoenen. Zelf kleedt hij zich nog niet aan, Josef rilt zich warm.
Snel erin, snel eruit? Dat zou heel slecht zijn voor het organisme. Onze auteur moet langzaamaan het water in.
In zijn baard hangen er ijskristallen. Ja, hij heeft het ook koud, en ja, hij heeft ook pijn. Maar hij accepteert het. En als het te heftig is, denkt hij aan iets leuks, zegt hij. Klinkt zo makkelijk, zo simpel, maar dat is het niet. Josef traint al jaren en houdt van de kou. Plots krijg ik het weer warm. Vooral als ik besef wat ik heb gedaan. Mijn wil was sterk genoeg en ik verdroeg de pijn, zullen we maar zeggen. Ik kon de paniek in mij bedwingen en er is niets vervelends met mijn gebeurt. Ik hoef dus niet te wachten tot iemand me warm instopt. Dat voelt goed.
Dag 3: Slapen in de sneeuw
Verpakt in een enorme slaapzak lig ik in een sneeuwgrot. Het puntje van mijn neus is erg koud, mijn muts is iets over mijn ogen geschoven. Magdalena's zachte gesnurk maakte me wakker. Ze ligt dichter bij de uitgang, zodat ik het iets warmer heb. Ik ben moe en ongelooflijk trots op onze constructie, waarmee we ons beschermen tegen de koude, zodat we niet bevriezen zoals Ötzi. En ik heb het helemaal niet koud. Hoe is dat mogelijk?
Prachtig uitzicht op de Lienzer Dolomieten. Maar: hoe klaarder de hemel, hoe kouder de nacht.
Een paar uur eerder heb ik samen met de berggids Magdalena Habernig ons winterbivak gebouwd. Rond 15.00 uur kwamen we aan op zo'n 1.600 meter boven de zeespiegel, niet veraf van de Dolomitenhütte. De zon schijnt en het is enkele graden boven nul. Ik hoop op een warme nacht. Magdalena studeerde meteorologie en stelde me teleur: "Hoe klaarder de hemel, hoe kouder de nacht wordt. Het zou me niet verbazen als de temperatuur onder de -10°C duikt.” Wolken werken als een deken. Als ze er niet zijn, wordt het nog kouder. Oh neen. Ijszwemmen was tenminste van korte duur. De hele nacht koude lijden, lijkt me niet zo aangenaam.
Op weg naar proef #3: overnachten in de sneeuw. Zonder verwarming.
Winterbivakken dienen als noodverblijf (vooral omdat wildkamperen in Tirol verboden is). Als je verdwaalt of de weg terug naar het dal niet op tijd kunt vinden - dan is het goed om te weten hoe een bivak wordt gebouwd. Nadat we een geschikte plek aan de bosrand hebben gevonden, voldoende uit de wind en redelijk vlak, vlakken we de sneeuw voor onze ligplaats. Daar zetten we onze rugzakken naast elkaar, de bivakzak wordt erover uitgespreid en dan wordt er sneeuw op geschept tot onze rugzakken helemaal verdwenen zijn onder een berg sneeuw. Magdalena gaat er routinematig mee aan de slag, de sneeuw scheppend en kloppend. Ik weet niet goed hoe ik eraan moet beginnen. Het belangrijkste is nu om niet te zweten. Gewoon schoppen en niet te veel nadenken. Onder onze warme kleren zou zweet niet alleen oncomfortabel zijn, we zouden ook sneller bevriezen.
Iedereen die in de bergen in de problemen komt, doet er goed eens een nachtje in een bivak doorgebracht te hebben. Onze auteur aan het werk aan de "Panzerknackerbiwak".
We bouwen een zogenaamd „Panzerknackerbiwak“. In geval van nood zou er geen tijd zijn voor een comfortabele iglo. Doordat de rugzakken zijn ingegraven, ontstaat de holte als het ware automatisch. Ze hoeven dan alleen nog maar als een "schat" te worden uitgegraven.
Wie alleen in de bergen op pad is, beleeft stilte en wordt getrakteerd op een heldere sterrenhemel. Een hoofdlamp helpt bij het oriënteren.
Magdalena spoort de rugzakken op met een sneeuwsonde, we graven ze uit, hollen de binnenkant uit, kloppen de sneeuw vast. We zijn na ruim drie uur klaar, net op tijd voor zonsondergang. Magdalena zet het gasfornuis aan, we hebben pasta met pesto en het is best gezellig voor onze sneeuwgrot. We zijn hier alleen in de bergen, er heerst absolute stilte en de sterrenhemel is prachtig.
De ingang van het bivak is afgewend van de richting van waaruit de wind komt en ligt iets lager dan het gedeelte waar we zullen slapen. “Daardoor stroomt de koude lucht naar buiten. We moeten ervoor zorgen dat de temperatuur niet onder de 0 graden zakt in het bivak.” We blazen onze slaapmatten op en leggen er onze extra dikke slaapzakken bovenop. We trekken thermisch ondergoed aan, een muts en dikke sokken. We liggen als twee wraps in het midden van de sneeuw.
De ingang van het bivak ligt lager dan het slaapgedeelte. Zo stroomt de koude lucht naar buiten.
Ik was erop voorbereid dat de nacht een absolute horror zou zijn. Maar: ik had het niet koud, ik had het zelfs warm en werd maar één keer wakker. Ik merkte pas dat het buiten 5 graden vriest en de temperatuur in het bivak rond het vriespunt lag, toen ik mijn bevroren schoenen de volgende morgen probeerde aan te trekken, die naast mijn slaapzak lagen.
Geen nachtrust onder nul graden? Waarom niet. Onze auteur lekker aan het slapen.
Zou ik zo'n goeie nacht hebben in het bivak, zonder de goede voorbereiding van mijn coaches Gerhard en Josef? Als je je comfortzone wilt verlaten, doe je dat niet halsoverkop - het is goed jezelf tijd te geven, jezelf te voelen en te leren vertrouwen op je aanpassingsvermogen. In de ijzige winterwind, in het bevroren gletsjermeer en in de iglo die ikzelf bouwde, merkte ik dat ik nergens bang voor hoef te zijn:
Ook niet van de koude dus. En nu? Ijsklimmen? Cruisen door Antarctica? Een leven on the rocks? De mogelijkheden zijn eindeloos! Toch kijk ik nu uit naar mijn warmwaterkruik in mijn warme bed.