Zonder apps enzovoort: zonder plan kriskras door Tirol
Lang niet meer gedaan: liften langs de weg en wachten tot iemand stopt. Waarheen we reizen? Dat weten we nog niet.
Vandaag de dag kun je elke reis perfect voorbereiden. Google Maps, Google Earth, Komoot, Tripadvisor... Maar wat gebeurt er als je gewoon de deur uitwandelt en je jouw neus volgt? Ons team probeerde het uit - en ondervond dat het toeval vaak tot het beste resultaat voerde.
Het is regent ononderbroken. Een blokje wandelen – daar heeft niemand zin in. Waar willen we heen? We weten het niet precies. Eerst over de grens naar Tirol. "De volgende bus naar Reutte vertrekt in 2 minuten", zegt de dame bij de VVV in Füssen: "Als je opschiet, lukt het vast." Reutte dus. Het regent nog steeds pijpenstelen als we 40 minuten later de plaatselijke brillenwinkel binnenstappen om onze overnachtingsmogelijkheden met een jongeman achter een balie te bespreken. Hij is een meester in het vinden van een warm en vooral droog bed voor ons.
Waarom we een meerdaagse reis door West-Tirol maken? Wij willen verrast worden. Fotograaf Espen en ik hebben besloten om niets op internet of met apps uit te pluizen, voor te bereiden of zelfs maar vooraf te boeken. We willen spontaneïteit: deze kant op of die kant op? Beslissingen nemen met ons buikgevoel. Omdat het er interessant uitziet of minder modderig is. Een tip aannemen van iemand die precies op die plek staat en sympathiek lijkt. Zoals vroeger dus. In plaats van de algoritmen te volgen, volgen we liever het advies van de lokale bevolking, experts van vlees en bloed.
Terwijl we inchecken bij pension "Mohren" en ons afvragen hoe lang het hotel nog zo zal heten, priemt de zon tussen de wolken door en een dramatisch licht doemt op. We vinden Reutte geweldig en omdat we goed gemutst zijn, genieten we zelfs van het smaakvol gerenoveerde stadscentrum. Het is jammer dat het historische museum "Green House" wegens renovatie gesloten is. Espen probeert de deur toch te openen en staat plots voor de conservator, die ons, tegen onze verwachting in, niet buiten gooit, maar ons spontaan door het museum voert. We maken kennis met talloze heiligen en Madonna's, ontmoeten mannen met pruiken en rokende boeren. Door puur toeval of gebrek aan planning of... geluk? Zo hadden we het ons voorgesteld. Of beter gezegd, we hebben ons natuurlijk helemaal niets voorgesteld.
Onze reis is perfect
De manier waarop we reizen heeft onvoorziene gevolgen. Letterlijk. Als we niet spontaan op het idee waren gekomen om de volgende ochtend met onze rugzakken op straat te staan, hadden we waarschijnlijk nooit alpaca's uit onze eigen handen laten eten.
Alpaca's eten graag muesli. Hebben we per ongeluk geleerd omdat de juiste auto stopte. Dankjewel Layla
Ze houden van müsli, deze pluizige dieren. Maar dat weten we natuurlijk nog niet als de ene autobezitter na de andere ons voorbij rijdt. "Ga liever naast de kebapkraam staan", zegt een behulpzame local, "hier neemt jullie wellicht niemand mee."
Aan het stuur van de donkerblauwe VW-bus, die uiteindelijk stopt, zit Layla Margherita Herb. Ze draagt een topje, haar haren in een paardenstaart en op haar slanke armen zijn getatoeëerd. Ze was net boodschappen doen met haar 2 jaar oude dochter Cataleya. Op de vraag waar we heen willen, antwoord ik: "Ik heb geen idee, beslis jij maar." En zo komen we terecht op Layla's kleine boerderij in Hinterbichl en krijgen we koffie en müsli. Müsli dus - voor de alpaca's en lama's.
"Jullie moeten opener worden," zegt Layla terwijl we tussen de lange nekken van de dieren lopen: "Anders voelen ze je nervositeit." Ze heeft gelijk. Het advies van Layla past ook treffelijk bij dit soort van reizen. Onszelf openen voor de lama's, Layla, de wereld.
En natuurlijk nemen we graag het aanbod aan om met de vriendelijke alpacafokker en haar dochter naar de Frauensee te rijden, een meertje omgeven van riet, bossen en bergen, nabij hun boerderij. De perfecte plek om jezelf te openen. 'Deze reis,' zeg ik tegen Espen, wordt perfect.'
Modderbaden maken je blij. Toevallige passanten ook. Met Layla en haar dochter Cataleya aan de Frauensee bij Reutte.
Layla zet ons af bij de Lech, die ten zuiden van Forchach bijzonder melkachtig door een brede grindbedding vloeit. Catalaya, op blote voeten, zegt: "Mam, de kiezels kiezelen." En Layla antwoordt: "Kiezels kiezelen niet maar ze prikkel." Het afscheid nemen valt ons zwaar.
We leggen de volgende kilometers te voet af. Onze rugzakken zijn zwaar. Bij koffie en cake besluiten we toch een vaag plan te maken. Om in één van de eenzame zijdalen te komen, moeten we de busdienstregeling bestuderen die voor het gemeentehuis in Stanzach hangt.
Bij het overstappen in Elmen zegt de buschauffeur voorzichtig: "Als ik jullie was, zou ik hier in het dorp boodschappen doen". Hij wijst naar de supermarkt, die vlak naast de bushalte zit. Voor zover hij weet is er geen kruidenierswinkel in het dorpje Boden, dat op bijna 1.400 meter hoogte ligt en waar we willen overnachten. "Moet je niet verder rijden?" vraag ik. "Ik ben toch altijd te laat", grijnst hij. Trouwens, behalve wij tweeën is de bus leeg. "Kom op, ik wacht op jullie!".
Buschauffeur met hart en humor. Zonder deze zorgzame man van de Postbus AG zou onze reis helemaal ander verlopen zijn.
Wat doet deze lichtgele auto in Boden, in een halfleeg bergdorpje? Helaas zijn we niemand tegengekomen om het hier te vragen.
Een half uur later stopt de chauffeur van de Österreichische Postbus AG, die ons welzijn nu aan als zijn persoonlijke taak ziet, ongepland bij de ingang van het dorp. "Vraag de man met de grasmaaier of de herberg open is", adviseert hij. Helaas is de herberg van het amper 31 inwoners tellende dorp gesloten. Over het algemeen lijkt Boden een dooie boel. Onze chauffeur, die nu zelfs naar zijn maatstaven zwaar achterloopt op het tijdschema, laat ons uitstappen bij een oude man die voor zijn huis zit te roken. Na een kort gesprek stuurt hij ons door naar een familielid aan de andere kant van het dorp, die ons een vakantieappartement verhuurt.
Daarna rijdt onze nieuwe huisbaas ons zelfs een paar kilometer langs de kronkelende bergstraat naar een Wirtshaus voor een lekker avondeten. Het is bijna magisch. Op deze reis wordt elk probleem als bij toverslag opgelost, om even later als een onvergetelijke anekdote in ons hoofd te blijven hangen.
Alleen wie struikelt, kan gered worden.
Wie zijn reis zorgvuldig plant – zo filosoferen we bij knödels met spinazie en Zwickelbier, krijgt wat hij of zij wil, maar ook niets meer. Wij daarentegen worden overladen met verrassingen. Ongevraagd en zonder bijbedoelingen. De behulpzaamheid, vriendelijkheid en spontaniteit die we ervaren, beleven we enkel en alleen omdat we niet op voorhand allerhande appjes bevroegen wat er allemaal zou kunnen tegenslaan. En is het echt handig om elke wandeling die je plant virtueel van tevoren te doorlopen? Hoogteprofiel, hoogtepunten, foto's van het kruis op de top en panorama. "Nee", zegt Espen en bestelt een espresso. 'Toch ben ik blij dat je in ieder geval een wandelkaart hebt meegenomen.'
De volgende dag marcheren we over de Kogelseescharte het naburige dal in, strompelen door eenzame puinhellingen, werpen ons naakt in een bergmeer en tijdens de afdaling tussen bergdennen, alpenrozen en varens voelen we ons alsof we in de jungle zijn.
In de late namiddag bereiken we Gramais, een klein dorpje waarvan de bevolking zich in de zomer verviervoudigd. We zijn niet de enige wandelaars, maar wel de enigen die niets vooraf geboekt hebben. Gelukkig barst er op het juiste moment een onweer los, gevolgd van stortregen. Als ik kletsnat voor een hospita sta, geeft ze me uit medelijden een kamersleutel. Eigenlijk, zegt Getraud Scheidle, had ze zich voorgenomen nooit meer voor één nacht te verhuren.
Ze kijkt me boos aan, ergens achterin staat een televisie aan. Maar al snel worden we vrienden. Normaal gezien serveren de Scheidles geen ontbijt voor hun gasten, maar voor ons maakt de 80-jarige om onverklaarbare redenen een uitzondering. Naast de foto's van talloze kleindochters worden we koninklijk vermaakt. Met worstjes, zelfgemaakte jam, eieren en verhalen over een lang leven. Buiten miezert het weer. We krijgen een schnaps. Het is 9 uur.
Terug naar het Lechtal komen we met de hulp van een Duitse toerist, die ik aanspreek als hij zijn elektrische auto voor de zelfbedieningswinkel naast ons pension parkeert. De vriendelijke Badener vindt dat we het dorp Elbigenalp moeten bezoeken en maakt daarom graag een kleine omweg. Elbigenalp is een schilderachtige plek met hevige regenval. Er is veel houtsnijwerk en er is een oldtimer rally waarbij de deelnemers in open auto's door de regen rijden. Ik benijd hen omwille van hun handschoenen, leren hun hoeden uit leder en beschermbrillen, maar vooral omwille van hun kalmte.
Ergens in een vallei, in Bach bij Eligenalp vind je heel veel verkeer. Je ziet er vooral voertuigen uit vervlogen tijden.
Als de zon eindelijk weer tevoorschijn komt, stappen we in een taxi die doorweekte langeafstandswandelaars naar het Gasthaus Hermine brengt.
De hut ligt aan het einde van een kloof, op 1.308 meter hoogte boven de zeespiegel. Gelukkig is er nog een kamer vrij. Dit keer speelden we echter een beetje vals en belden vooraf de hospita op.
Toch gebeurt er weer iets onverwachts. Espen en ik zijn halsoverkop verliefd in de serveerster. Onze gevoelens blijven onbeantwoord, niet in de laatste plaats omdat we de mooie serveerster niet willen lastigvallen met onze verliefdheden. Ook de volgende ochtend wandelen we door de bergen, met een extra roze bril.
Het landschap is betoverend. Bij de bergtoppen hangen kleine wolkjes. Duizenden spinnenwebben glinsteren op de weilanden. Langs een steile rotswand klimmen we naar een hoog plateau en weten plots niet meer waar we precies zijn. Alle andere wandelaars zijn in de tegenovergestelde richting vertrokken. Dat gebeurt dus, als je probeert je intuïtie te volgen. Dan ontdekken we een scheef kruisbeeld en een hut met twee paar rubberlaarzen die op het houten terras liggen te drogen.
"Hallo", roept Espen. “Is daar iemand?” En alweer raken we in gesprek verwikkeld, krijgen grote glazen vlierbessensiroop voorgeschoteld. De Kappellers, beiden 70+, zijn hier een paar dagen om voor de alm te zorgen, waarop sinds een lawine geen dieren meer mogen grazen. Franz met snor, rode muts, gestreepte bermuda, legt ons het panorama uit. Bergtop na bergtop. Hij beklom ze allemaal en is nog steeds bijzonder fit. Als bergbeklimmer en in de culturele vereniging van zijn geboorteplaats. Een intelligente, engageerde man.
We vertellen hen over onze reis, dat we geen technische hulp willen, alles wat ons overkwam en het toevalsprincipe. "Goed om te horen", zeggen ze, "zo reisden we vroeger ook." Inderdaad. Zo bizar is onze idee helemaal niet. In ieder geval niet voor 50-plussers. Maar nu moeten we langzaam terug naar huis. Tenslotte moeten Espen en ik vandaag terug naar de vallei. Terug naar de wereld van meetings, dienstregelingen en treinen. Via Reutte naar München en Berlijn.
Een tussenstop maken we nog bij het Gasthof Hermine. Gelukkig heeft onze kelnerin weer dienst. We bestellen Pastasciutta. We zijn overgelukkig. We zijn gelukkig over het feit dat het onverwachte zo extreem betrouwbaar is, en het toeval elk plan laat verbleken.