Skiën

Skitechniektraining: 9 tips en trucs

Het fascinerende aan skiën is dat je elk jaar iets nieuws leert. Of het nu gaat om korte bochten, carvebochten, switch skiën en springen over kickers in het park of van de berg af surfen in diepe sneeuw: met de juiste techniek is skiën gewoon nog leuker. Hier geven we je een overzicht van de belangrijkste tips over skitechniek die de pro's ons hebben ingefluisterd.

1. korte zwaaitechniek

De korte bochtentechniek is veelgevraagd op jaagpaden en smalle pistes met weinig ruimte. Het ziet er ook elegant uit.

Onze tip: Houd je bovenlichaam zo stil mogelijk terwijl je benen heen en weer zwaaien. Kantel de ski's op de juiste manier. Stel je voor dat je door een tunnel skiet in een licht gehurkte positie en probeer je hoofd niet te stoten op de top. Een goede oefening om mee te beginnen is de zogenaamde hockeystop, vergelijkbaar met afremmen bij het schaatsen.

2. snijtechniek

Hou je van snelheid tijdens het skiën? Dan is carven natuurlijk je eerste keuze, mits de piste genoeg ruimte biedt.

Onze tip: drift niet, maar "snij" de bocht - de uiteinden van de ski's volgen idealiter de sporen van de skitips. De onderste ski blijft de baas, aan het begin van elke bocht beweeg je iets naar voren, omhoog en kantel je de ski's naar binnen. Leid de bocht mooi met je voorvoet. Met een beetje oefening kun je spelen met de middelpuntvliedende krachten en ten volle genieten van het carvegevoel.

3. rijden op steile hellingen

Ze vormen een uitdaging voor elke skiër, maar met de juiste techniek zijn steile hellingen erg leuk.

Onze tip: Minder ervaren skiërs kunnen op steile hellingen zijwaarts glijden door meer gewicht op de onderste ski te zetten en hun bovenlichaam iets naar het dal te leunen. Ervaren skiërs drukken de kanten kort en stevig in de sneeuw en strekken zich iets uit na elke bocht. Hierdoor wordt het uiteinde van de ski opgetild, waardoor je de ski's sneller over de vallijn kunt draaien. Deze techniek is ook handig in moeilijk terrein. Goede oefeningen om je op weg te helpen zijn de "glijdende trap" en de hockeystop.

4. rijden in moeilijke omstandigheden

Vooral 's ochtends vroeg kunnen skipistes soms nog hard bevroren zijn, maar in de loop van de dag worden ze zachter en ontstaan er kleine oneffenheden. Met de tips van Nik kun je zelfs onder zulke moeilijke omstandigheden veilig en elegant de berg af skiën.

Onze tip: doe het wat rustiger aan op ijzige hellingen, gebruik je kanten goed, zet meer gewicht op je afdalingsski's en voorkom dat je achterover valt door je zwaartepunt bij het draaien zo ver mogelijk naar voren te verplaatsen. Zijwaarts glijden is altijd mogelijk in noodgevallen. Op zachte, sporenrijke pistes kun je de in elkaar geschoven sneeuwhopen gebruiken om je te helpen draaien. Houd je benen altijd bij elkaar.

5. freestyle: wissel, sprongen, rails & boxen

Begin je met freestyle? Probeer dan switch riding, oftewel achteruit rijden, als je eerste oefening. Daarna kun je je eerste rechte sprongen, rails en boxen proberen.

Onze tip: switch riding kun je het beste oefenen op een vlakke helling met voldoende ruimte. Wanneer je een achterwaartse bocht initieert, kijk dan over de schouder van het dal in de rijrichting. Als je in het snowpark over een kicker wilt springen, probeer dan eerst een rechte sprong, d.w.z. een rechte sprong in een lichte hurkzit. Blijf mooi gecentreerd over de ski. Je kunt je eerste spins het beste proberen op kleine kammen - draai je bovenlichaam als je springt en richt je blik op het landingspunt. De benen volgen de draaiing van het bovenlichaam. Als inleidende oefening voor het glijden, rijd je gewoon recht over een brede doos in het snowpark. Kantel niet omhoog! Vervolgens kun je proberen op de doos te springen met een draai van 90 graden. Blijf gecentreerd en met je benen wijd uit elkaar over de box. Controleer van tevoren altijd het oppervlak van de box op oneffenheden.

6. buckelskiën

Als je een buckelpiste zonder problemen onder de knie krijgt, heb je de hoogste discipline in alpineskiën onder de knie. Hiervoor moet je de korte bocht techniek al goed beheersen (zie punt 1).

Onze tip: Er is altijd een zogenaamde kam tussen twee moguls. Zodra je de top van deze golf bereikt, trek je je knieën in, draai je je skitips naar beneden en glijd je het dal van de golf in. Houd je benen dicht bij elkaar. Experts noemen dit ook wel de "egalisatietechniek". Zoek als inleidende oefening naar een zogenaamde "dakrand" aan de rand van de piste. Op deze bulten kun je deze evenwichtstechniek heel goed oefenen.

7. typische rijfouten

Achteroverleunen, naar binnen leunen, draaien: dit zijn waarschijnlijk de meest voorkomende skifouten die je met een paar eenvoudige trucjes kunt vermijden.

Onze tip: Als je tijdens het skiën voortdurend je hiel en je dijen voelt branden, dan ski je misschien te veel in de achterwaartse positie. Kantel je bovenlichaam iets naar voren en druk je schenen iets naar voren op de skischoen. Je kunt dit oefenen door bijvoorbeeld tijdens de afdaling je handen zo ver mogelijk horizontaal voor je lichaam te houden. Als je je bovenlichaam naar binnen kantelt in de bocht, bevind je je in de "binnenste positie". Stel je in elke bocht voor dat je een grote rode knop aan de buitenkant van de bocht moet indrukken. Hierdoor blijft je bovenlichaam altijd boven de onderste ski. Sommige skiërs beginnen een bocht door hun bovenlichaam te draaien. Om deze rotatie te voorkomen, moet je je schouder aan de binnenkant van de bocht naar voren houden.

8. skiën in diepe sneeuw

Rijden door diepe sneeuw voelt als rijden op watten. Hier zijn een paar tips om ten volle van dit zwevende, lichte gevoel te genieten.

Onze tip: Omdat de ondergrond hier in tegenstelling tot de piste erg zacht is, moet je bij het skiën in diepe sneeuw iets meer draaiweerstand overwinnen. Om te beginnen ski je rechtuit op een vlakke helling met diepe sneeuw en buig en strek je je knieën een beetje. Voel je hoe je ski's naar beneden en weer omhoog komen? Dit is precies de beweging die je gebruikt om een bocht te maken in diepe sneeuw. Maak vervolgens naast deze oefening lichte richtingsveranderingen naar links en rechts, altijd ritmisch. Voorkom dat je achterover valt! Brede poederski's maken het skiën in diepe sneeuw gemakkelijker. Ski nooit alleen, alleen met de juiste uitrusting en kennis over lawines in diepe sneeuw, weg van beveiligde pistes.

9. veiligheidstips buiten de piste

Voordat je off-piste gaat, weg van de beveiligde skipistes, moet je zeker de volgende tips in acht nemen.

Onze tip: lees 's ochtends vroeg, voordat je de berg op gaat, als eerste het lawinebericht. Je hebt ook een goede lawine-uitrusting nodig: een lawinepieper (altijd bij je dragen), een lawineschep, een lawinesonde en een EHBO-doos in je rugzak, evenals een mobiele telefoon voor noodoproepen. Gebruik, indien beschikbaar, een airbagrugzak. Naast de uitrusting is er nog iets essentieel: ga nooit alleen off-piste! Zelfs een kleine verwonding kan grote problemen veroorzaken als je alleen reist. Doe altijd een gezamenlijke lawinepiepercontrole voordat je off-piste gaat. Zelfs de beste uitrusting is alleen nuttig als je oefent in het gebruik ervan. Het beste is om één keer per jaar een lawinecursus te volgen. Tijdens een skivakantie raden we aan om een skigids of skileraar mee te nemen. Als lokale bevolking kunnen zij de sneeuwsituatie het beste inschatten en je de mooiste poedersneeuwhellingen laten zien zonder al te veel risico.

(Veiligheids)tips voor freeriden in Tirol

  • Freeriden

    Freeriden is het toppunt van vrijheid bij het skiën en snowboarden. Maak je eigen sporen op de deels ongerepte hellingen met diepe sneeuw en geniet van het unieke, poederige plezier in de skigebieden en bergen van Tirol.

We wensen je veel plezier met het uitproberen van onze rijtechniektips! Hier is een overzicht van alle video's:

Leren skiën

Onze video's voor skibeginners.

Meer weten
Tirol nieuwsbrief

De berg roept? Onze nieuwsbrief ook!

In onze wekelijkse nieuwsbrief onthullen we de beste vakantietips voor Tirol.