Paunzen, mancherorts auch Daumnidei genannt, sind erstaunlich wandelbar. Man kann sie als Süßspeise oder pikantes Gericht mit Sauerkraut kredenzen, sie machen sich aber auch als Beilage hervorragend.
Snijd de appels in kleine stukjes en rooster ze 30 - 45 minuten in een beetje geklaarde boter en koolzaadolie. Je hebt hier geen extra suiker voor nodig, want door het roosteren van de appels ontstaat er restsuiker. Roer de appels af en toe om te voorkomen dat ze aanbranden. Na 30-45 minuten mix je de geroosterde appels 4 minuten in een blenderkan.
Kook de aardappelen op een bedje van zout in de oven op 150 °C gedurende 20 minuten. Schil de aardappelen als ze gaar zijn en druk ze door een aardappelrasp (belangrijk: de aardappelen moeten nog warm zijn!).
Smelt ondertussen de boter tot deze lichtbruin kleurt. Voeg vervolgens de bloem, het zout, een eidooier en de boter toe aan de aardappelpuree en kneed met je handen tot een gelijkmatig deeg. Verdeel het deeg vervolgens met een deegsnijder in gelijke stukken, rol ze uit en bestrooi ze met bloem. Vorm "paunzen" en leg ze 20 minuten in de vriezer op een schaal.
Eenmaal afgekoeld, frituur je de paunzen in een pan met geklaarde boter en koolzaadolie. Leg de gefrituurde paunzen in een kom bekleed met keukenpapier om uit te lekken, breng op smaak met zout en geniet met de appelmoes.