De geur van gebakken kiachln en dampende zuurkool - de hele familie ineengedoken rond de keukentafel in afwachting van dit culinaire genot - roept bij veel Tirolers jeugdherinneringen op. Hier kun je ontdekken hoe deze zoete of hartige lekkernijen worden bereid.
Doe de gist, het zout en de suiker samen met de bloem in een gistdeegkom (of een andere kom met een deksel) en meng goed. Doe de eieren in een aparte kom en klop ze schuimig. Spatel het eimengsel voorzichtig door de bloem. Smelt ondertussen de boter in een apart pannetje en voeg toe aan het ei- en bloemmengsel. Meng voorzichtig de lauwe melk erdoor en roer goed. Klop het deeg nu 5 minuten op de hoogste snelheid met een elektrische mixer (deeghaak). Wanneer het beslag belletjes vormt, is het klaar.
Strooi een beetje bloem over het deeg zodat het niet aan de onderkant van het deksel blijft plakken als het "gerezen" is. Sluit de gistdeegkom goed af met het deksel en plaats hem in een warme bain-marie. Wanneer het deksel vanzelf opengaat, sluit je het weer en herhaal je dit twee keer. Wanneer je de derde "plop" hoort, is het gistdeeg voldoende gerezen.
Giet voldoende bloem op een werkvlak, kneed het deeg nogmaals kort en snijd het in stukken ter grootte van een handpalm. Trek de kiachl lichtjes uit elkaar met je handen en zorg ervoor dat je geen gat maakt in het midden. Verhit de geklaarde boter niet te heet en bak één kiachl tegelijk. De kiachl zijn klaar. Ze smaken het lekkerst met veenbessen en zuurkool of gewoon met poedersuiker.
